Optie 1 uitgelicht

Wat een organisatie kan leren van sport

Onze dochter speelt hockey in de landelijke overgangsklasse, een klasse onder de hoofdklasse. Ook in deze klasse wordt op professionele wijze sport bedreven en wordt het nodige van de spelers gevraagd om promotie naar de hoofdklasse af te dwingen.

Bij elke wedstrijd kom ik kijken en gelukkig stelt mijn dochter mijn support op prijs. Want niet alleen de wedstrijd boeit me, maar ook haar ervaringen in het veld, de chemie in het team en de rol van de coach. Ik bewonder de veerkracht van mijn dochter als ze een teleurstelling verwerkt en raak geïnspireerd als ze over een mooie actie of combinatie vertelt. Ik moedig haar aan in haar ambities, omdat ik er van overtuigd ben dat in elke carrière de juiste mix van aanleg, passie, inzet en discipline iemand beter maakt mits hij of zij gelukkig in het team is, i.e. de juiste training, coaching en begeleiding van de staf krijgt.

De ontwikkeling en het geluk van elke speler zijn voorwaarden voor een goede chemie in het team, een van de doelstellingen van de coach. De weg hiernaartoe, de teambuilding, is daarom een belangrijke opdracht aan zowel de coach als ook de begeleiding. De basis onder dit teamproces is het vertrouwen van de coach in de speler en andersom, en van de spelers in elkaar. Vertrouwen in de coach en begrip van zijn strijdplan en spelopvatting vertalen zich in een taakuitvoering op het veld die net zo vanzelfsprekend is als bergwater dat van boven naar beneden stroomt.

Vertrouwen van de coach in de speler vertaalt zich in meer speeltijd en verantwoordelijkheid; vertrouwen van het team vertaalt zich in meer assists, meer balcontacten en opdrachten (steekpasses). Uit meer balcontacten put een speler meer vertrouwen en durf om vooruit te spelen en acties te maken. Het resultaat van het teambuilding-proces is teamspirit. Dit ‘wij-gevoel’ komt voort uit het noodzakelijke uniforme besef van coach, spelers en begeleiding, dat hockey een ‘passing game’ is, net als voetbal, met een sleutelrol voor iedere speler.

Daarom vind ik het ‘tikkie-takkie’ van FC Barcelona zo’n goede spelopvatting: het is een zelfregulerende ‘durf-elixer’ die het vertrouwen van elke speler met elk balcontact opschroeft, die de energie en het talent van elke speler optimaal benut en tegelijkertijd de tegenstander fysiek én mentaal uitput. Tiki-taka, zoals het spelpatroon ook wel wordt genoemd, is een doelgerichte organisatie van spelers waarin (de bijdrage van) elk individu anders, maar even belangrijk is. En dit wordt door de staf helder aan ieder gecommuniceerd.

Het spelpatroon van Barca is een spelopvatting van het collectief die efficiënt, productief, effectief en slagvaardig is. Het is een ‘automatisme’ dat ruimte geeft aan de kracht van het samenspel en aan het talent van ieder; tikkie-takkie is een intuïtief spelpatroon dat snelheid van handelen opwekt en altijd voorwaarts en doel-gericht is.

Daarom, denkend aan de hockeycarrière van mijn dochter, stel ik niet de vraag óf ik deze spelopvatting – en andere principes uit de sport – in mijn bedrijf moet toepassen, maar zoek ik naar de wijze waarop. Hier gaat deze blog over: wat kan een bedrijf leren van de sport en dus niet andersom …